Venkel bereiden 

Venkel kan zowel rauw als warm gegeten worden. Rauw is de smaak het sterkst. Rauwe venkel geldt bovendien als een echte eetlust opwekker. Verder kan men het jonge loof, de takjes en de stengels gebruiken bij vis, kip en varkensvlees. De blaadjes zijn heerlijk in salades, bouillon, soepen en allerhande sausen. Ook aan erwten, bonen en champignons geven ze een aangenaam smaakaccent. De vruchtenschermen worden gebruikt bij het inmaken van bijvoorbeeld komkommer en augurken. Het onderste steelgedeelte van de knolvenkel eet je zowel rauw in schijven met olie, citroensap en zout als gekookt met witte saus.

Snij de onderste schijf en de stelen van de knol en haal, als je de venkel rauw eet, de kern eruit. Verwijder ook eventuele bruine plekjes en de buitenste bladen als deze slap aanvoelen.

Venkel is een makkelijk groente om te koken. 3 Tot 5 minuten koken is genoeg. Het kookwater kun je als basis gebruiken voor een zelf gemaakte kruidenthee. De groene uitlopers kun je samen met munt en honing in een yoghurt doen om deze extra smaak te geven. Venkel kun je ook roerbakken in een groentemix. Het is een veelzijdige groente die aan elk gerecht een frisse tint kan geven.

Je kunt venkel op allerlei manieren klaar maken:

• koken met water en wat zout
• roosteren in de oven; makkelijk én lekker
• stoven met stukjes tomaat en ui
• smoren met een kopje droge witte wijn en een bouillonblokje
• venkelbladen vullen met fijngesneden venkel, sinaasappel en pittige kaas
• als salade met appel, paprika en tomaat